- Door Lindsey Wuisan, strategic manager plastic transition bij Recycling Netwerk Benelux
Het zal niemand zijn ontgaan dat afgelopen maand twee mijlpalen zijn bereikt. Allereerst de invoering van statiegeld op kleine plastic flesjes vanaf 1 juli, en vanaf 3 juli het verbod op bepaalde wegwerpplastics zoals plastic bestek, borden én piepschuim drinkbekers en maaltijdverpakkingen. Deze nieuwe regelgeving is het respons op de maatschappelijke roep om zwerfafval en de plastic soep de wereld uit te helpen. Daarom investeren bedrijven steeds meer in duurzamere verpakkingen, wat in de praktijk vooral neerkomt op materiaalreductie, recycling en helaas vaak ook schijnoplossingen. Zet dit wel voldoende zoden aan de dijk voor een circulaire economie waarin preventie en hergebruik prioriteit hebben?
Nederlanders gebruiken jaarlijks in totaal ongeveer 26 miljard plastic verpakkingen. De prognose is dat dit alleen maar zal toenemen. Dit leidt ook tot een groeiende afvalberg. Qua plasticafvalproductie per capita (55 kg) staat Nederland al op de derde plek wereldwijd en de recycling ervan laat nog veel te wensen over. Het Plastic Pact streeft wel naar een reductie van 20% minder gebruik van plastics in 2025, maar een gedegen kwantitatieve monitoring ontbreekt en de commitment van bedrijven blijft vrijwillig.
"In plaats van materiaalsubstitutie zal moeten worden gewerkt aan échte oplossingen."
Tegelijkertijd stappen door het negatieve sentiment rondom plastic producenten nu over op andere materialen. De paper bottle van Coca-Cola, de combidome pakken van Unilever, de tetratop verpakking van Earth en tetra prisma verpakking van Bar-le-Duc. Wat hebben al deze verpakkingen gemeen? Omdat er geen statiegeld op wordt geheven kunnen ze alsnog in het zwerfafval belanden. Men beweert dat de verpakkingen duurzamer zijn maar deze samengestelde materialen zijn niet beter recyclebaar. Bovendien zijn ze alsnog voor eenmalig gebruik bedoeld. Zo wordt het ene probleem vervangen door het andere.
In plaats van materiaalsubstitutie zal moeten worden gewerkt aan échte oplossingen. Allereerst moet de vraag worden gesteld of een bepaalde verpakking écht noodzakelijk en functioneel is? Zo ja, dan moet voor het materiaal worden gekozen dat zich het beste leent voor duurzaam hergebruik, of hoogwaardige recycling. Vaak is dat dan toch PET, HDPE of PP, zolang er maar geen verstorende materialen of additieven bij te pas komen. Nu statiegeld wijdverbreid is in Nederland moet worden bekeken hoe het logistieke systeem ook kan worden ingericht voor hergebruik. Dat dit mogelijk is toont de Bruine Nederlandse Retourfles. Belangrijkste succesfactor achter dit circulaire systeem was het standaardiseren van het verpakkingsontwerp om duurzaam hergebruik én opschalen mogelijk te maken. Dit zou een eind kunnen betekenen aan de wildgroei aan wegwerpverpakkingen.