Wim Apeldoorn, sustainable business and innovations manager Halma Solutions

Is het echt waar ja?

Meer dan 50% van onze gesprekken met prospects en klanten gaat over het delen van kennis. Grondstoffen, duurzaamheid en recycling zijn onderwerpen die besproken worden, nog voor het überhaupt over euro’s gaat.

‘Hoe zit het nou echt en op welke basis moet ik de keuze voor mijn duurzame verpakking baseren?’ Dit is een vraag die vaak gesteld wordt door professionals die het ook niet precies weten. Laat staan welke vragen en verwarring er bij de gemiddelde consument zijn.

 

De supermarkt is een plek waar veel onduidelijkheid ontstaat en waar de consument ook niet anders kan dan beduusd raken. Het begint al bij de groenteafdeling. Een mistapparaat vernevelt water boven de komkommers die, heel effectief, voorzien zijn van zo’n “condoompie”. Of is de verneveling bedoeld voor het zakje appels?

Drankkartons

Bij de zuivel vind je dezelfde verwarrende boodschap. Pak A moet bij de drankkartons en pak B, waar de buitenste verwijderbare laag van gerecycled karton is, geeft het idee dat die bij het oud papier kan. Oh wacht, de plastic dop van een pak biologische yoghurt kan bij het plastic, maar het pak biologische melk van hetzelfde merk heeft geen plastic dop en een kraft buitenkant, waardoor het lijkt dat die bij het oud papier kan. Er staat immers een FSC-logo op toch? Pff, ingewikkeld. Dezelfde verwarring zie ik dagelijks op LinkedIn. Degene die het hardst schreeuwt, krijgt de meeste aandacht. “Deze verpakking is echt plasticvrij.” Of, “Als je deze reusable tien keer gebruikt, is die al duurzamer dan het alternatief”. Claims zonder onderbouwing van feiten of onderzoek en vaak met aannames, waarbij de belangrijkste factor de meest onzekere factor is. De mens.

Sjoemelgate

Ik vergelijk het altijd met de sjoemelgate van Volkswagen. In een afgesloten ruimte op een rollerband rijdt deze auto inderdaad 1 op 50. Dat klopt. In theorie kan ik die beker inderdaad 300 keer gebruiken en daarna laten recyclen. Dat klopt. In theorie. Laten we samen zorgen voor duidelijkheid. Duidelijke communicatie en claims maken op basis van feiten. Even een paar boute uitspraken:

  • Drankenkartons worden in de praktijk vooral verbrand en mochten ze wel met veel chemie en tijd gerecycled worden, dan zitten er altijd micro- en nanoplastics in het gerecyclede materiaal.
  • Industrieel composteerbaar materiaal krijgt voor het DIN-certificaat 12 weken, de gemiddelde afvalverwerker geeft het 6 weken voordat het verbrand wordt.
  • Een Flustix certificaat betekent niet dat een product plasticvrij is. Het testen gaat maar tot 6 mµ en micro- en nanoplastics kunnen 1/1000st mµ groot zijn.

Is het echt waar ja? Stel jezelf vooral die vraag.

Wim Apeldoorn, sustainable business and innovations manager Halma Solutions

 

Meer artikelen

recent new image
DesignVisie: Trage...

In de rubriek DesignVisie bespreekt...

Lees meer
recent new image
Nynke Arntzen: 'Door in...

De column 'De dag van ...' wordt...

Lees meer
recent new image
Daan van Urk: ‘De...

De column 'De dag van ...' wordt...

Lees meer
recent new image
DesignVisie: Awards

In de rubriek DesignVisie bespreekt...

Lees meer
Image-Jul-30-2024-06-11-03-7865-AM

VM nieuwsbrief

  • Blijf op de hoogte met het laatste nieuws uit de verpakkingsindustrie
  • Techniek, duurzaamheid, design en meer
  • Gratis in jouw inbox