Wat is jouw visie op het gebruik van verpakkingen in het algemeen?
Het gebruik van verpakkingen kan een stuk minder. Ik zit daarom meer op preventie dan op inzamelen en recyclen. Bij veel verpakkingen gaat het om gemak en marketing, de functionele waarde ervan is echt minder dan we denken. Voedselverspilling wordt vaak aan de verpakking gelinkt. Toch is een verpakking vooral in het belang van de supermarkt. Ik koop bijvoorbeeld op de markt één of twee peren onverpakt, niet zes in een verpakking. De verpakking dwingt mij om meer te kopen dan ik nodig heb en promoot zo juist voedselverspilling. Verder zijn veel verse producten verpakt, omdat ze voorgesneden zijn. Maar als ik een krop sla koop en deze thuis met de wortel in een bakje water zet, blijft deze wekenlang goed. Ook kunnen we veel beter seizoensgebonden en van dichtbij eten. Komkommer buiten het seizoen bijvoorbeeld heeft een lange transporttijd en moet voor de supermarkt ook een bepaalde shelf-life hebben. En dus een verpakking.
Hoe sta jij tegenover duurzame verpakkingen?
Dan moeten we het eerst hebben over wat je daaronder verstaat, want de duurzaamheid van een verpakking zit in veel aspecten. Een verpakking kan gemaakt zijn van plantaardig materiaal en composteerbaar zijn, maar de verwerkingsindustrie kan daar niet veel mee. Ook bestaan er veel misverstanden over duurzame oplossingen. Door campagnes is ons bijvoorbeeld ingeprent hoe goed recycling zou zijn. Maar het meeste plastic wordt niet gerecycled. Mensen hopen dat de industrie er iets moois van maakt, maar als ze wisten wat er met het plastic gebeurt, zouden ze misschien toch andere keuzes maken. De duurzaamste oplossing is geen verpakking en als dat niet mogelijk is een herbruikbare verpakking. Voor hergebruik is een omschakeling naar een uniforme verpakking nodig: niet elke verpakking een eigen identiteit, maar verpakkingen die onderling uitwisselbaar zijn.
Wat is ervoor nodig om een verpakkingsvrije maatschappij praktisch haalbaar te maken?
Dat zit in de rol die consumenten, de overheid en het bedrijfsleven ieder kunnen pakken. Mensen zijn nu opgevoed met het idee dat een verpakking goed, makkelijk en interessant is. Bovendien biedt de supermarkt geen andere keuze. Als je minder afval wilt, moet je in een supermarkt goed zoeken. Keuzemogelijkheden en handelingsperspectief bieden is dan ook essentieel. Ook prijsprikkels werken, evenals regelgeving. Kijk maar naar de 10 cent op de tasjes bij de kassa. Als een verpakking niet meer gratis is, wordt het al snel interessanter om voor hergebruik of eigen tasjes te kiezen. Overigens kan en moet onze overheid veel meer doen op het gebied van afvalpreventie. Niet wachten op Europese wetgeving, want het potentieel en draagvlak is er. Ook winkels kunnen nog veel beter voorsorteren. Winkels als Elemental Eco in Breda, De Gieterij in Wageningen, Gimsel in Rotterdam en Loos in Utrecht zijn dappere ondernemers die het fundamenteel anders willen. Maar de massa wordt pas bereikt, als de grote supermarkten verpakkingsvrij normaal gaan maken. Een concept als AH Verpakkingsvrij is niet iets leuks voor erbij, maar moet normaal worden én qua prijs interessant zijn. Verder is binnen de verpakkingsindustrie samenwerking nodig voor de omschakeling naar uniforme verpakkingen. En ik wil de verpakkingsindustrie uitnodigen om actief deel te nemen aan de statiegeldsystemen, het liefst binnen afzienbare tijd op álle verpakkingen.