Studenten volgen bierfles van brouwerij tot glasbak

Studenten volgen bierfles van brouwerij tot glasbak

Drie masterstudenten van Universiteit Twente onderzochten hoe informatie die wordt gegenereerd tijdens de levenscylus van een verpakking, kan worden verkregen en kan worden toegepast. Ze volgden 104 individuele flessen bier van brouwerij tot glasbak.

Esther Koopmanschap, Thomas Goudsblom en Casper Kroon deden dit voorjaar onderzoek naar de ‘Packaging Lifecycle Journey’. Een onderzoek naar het verzamelen en toepassen van informatie. Belangrijk, omdat de mogelijkheden om inzicht te krijgen in de reis die de verpakking tijdens de levenscyclus maakt, nog erg beperkt zijn. Producenten van voedselverpakkingen hebben geen controle over wat er gebeurt met hun verpakking als deze de fabriek verlaat. Afvalverwerkers weten anderzijds nauwelijks welke voedselverpakkingen in hun inzamelsystemen terechtkomen. De technologie is er, maar onderzoek is er nog niet gedaan.

Milieuproblematiek

De drie studenten – die PUMA in eerste instantie ook nogal abstract vonden - zijn in het kader van hun studie vooral bezig met het management van productontwikkeling. Maar wat hadden ze, voordat ze aan dit project begonnen, met verpakkingen? ‘Voor mijn studie niet zoveel’, erkent Esther Koopmanschap, ‘maar tijdens mijn studie steeds meer. Afval scheiden vind ik erg belangrijk.’ Thomas Goudsblom deed al onderzoek naar secundaire verpakkingen in e-commerce en was dus al met verpakkingen bezig. Casper Kroon koos bewust voor de techniek. ‘Ik zocht naar vakken waarin ik een steentje zou kunnen bijdragen aan de milieuproblematiek. Ik doe de mastertrack Emerging Technology Design, maar volg nu veel vakken van de track Management of Product Development. Ik had vroeger niet zoveel met verpakkingen maar door het vak Product Lifecycle Management, wat in feite informatiemanagement is, ben ik op dit project terechtgekomen.’

Model ontwikkelen

Tijd om naar het project te kijken. De eerste stap was het ontwikkelen van een Packaging Lifecycle Journey Model. ‘De modellen uit de literatuur zijn te beperkt, dus we moesten zelf een model ontwikkelen. In onze eerste meetings hebben we met post-its gewerkt voor de opbouw van dit model. De vraag was: waar gaat de verpakking langs?’, legt Koopmanschap uit. ‘De modellen uit de literatuur over de verpakkingsketen zijn vrij algemeen en vooral gericht op procesactiviteiten’, zegt Goudsblom. ‘Waar zou de verpakking kunnen zijn in plaats van: waar is de verpakking”? Daarom hebben we het PUMA-model als referentie gebruikt. Dat is tastbaar.’

PUMA

We verleggen de focus even naar het (internationale) PUMA-project, geïnitieerd door het NVC. Abstract, is de eerste reactie van veel mensen die voor het eerst kennis nemen van de Packaging Upcycling Materials Accelerator, een project met als prikkelende doelstelling bedrijven wereldwijd te stimuleren met elkaar een einde te maken aan verpakkingen als wereldwijd milieuprobleem. Na het leegmaken (door de consument) moet er inzameling (collect-control, waarbij control staat voor beheersen) plaatsvinden, wat veelal op een andere locatie is dan waar het verpakken en het gebruik heeft plaatsgevonden. De geleegde verpakkingen moeten vervolgens zodanig worden omgezet, dat er geen milieuprobleem ontstaat. Dat kan als bedrijven samenwerken, dezelfde taal spreken, dezelfde definities gebruiken en zich optimaal inspannen.

104 bierflessen

Uiteindelijk kwam er een goed model, maar Kroon benadrukt dat het nog wetenschappelijk gevalideerd moet worden. ‘Het is een eerste stap. Via het NVC kwamen we in contact met Jos Oostendorp van Brouwersnös en zo kwamen de bierflessen in beeld als onderzoeksobject. We hebben gekeken wat praktisch was. In eerste instantie ging het om een pallet met 150 dozen. Dat hebben we om praktische redenen – iedere fles kreeg een individuele code – losgelaten. De eerste stap werd een klein onderzoek met 104 flessen. Uiteraard deden we dit onderzoek met de visie dat het ook op grote schaal mogelijk zou moeten zijn.’


Er werden ook zes GPS-trackers toegevoegd. Twee met bestemming Enschede, waarvan er een uitviel en vier naar andere steden. Goudsblom: ‘We hebben bewust gekozen wat we willen meten binnen dit project. Het gaat om een proces dat is op te schalen en aan te passen. Een marketeer zou ongetwijfeld andere informatie hebben willen verzamelen dan wij.’

Ecoscan

Een belangrijke tool in het onderzoek was de EcoScan app van Rick Buiten. De deelnemers aan het project – vooraf geselecteerd door de studenten – werd gevraagd deze te downloaden. Iedere fles was met de hand voorzien van een individuele code. Van de 104 flessen werden er 17 niet gescand, 7 niet volgens instructie gescand en zijn er 4 niet aangekomen. Sommige flesjes zijn meerdere keren gescand. De onderzoekers wilden weten wanneer de fles bij de consument aankwam, wanneer deze werd geleegd en wanneer de fles in de glasbak werd gegooid. De deelnemers kregen een formulier met instructies en bovendien een termijn (zeven dagen) waarbinnen alles moest gebeuren.



Focus op locatie

De vraag is wat dit project heeft opgeleverd. ‘Het project duurde 11 weken. We hadden geen tijd voor onderzoek hoe lang het duurt voor een fles naar de glasbak wordt gebracht. Het ging puur om het verzamelen en toepassen van informatie van individuele verpakkingen,’ zegt Koopmanschap.

Het verslag van het onderzoek voorziet behalve in de case study ook in overwegingen, ideeën en aanbevelingen. ‘We hebben aangetoond dat je informatie van individuele verpakkingen later in de levenscyclus weer kunt ophalen. De focus lag nu op locatie’, zegt Goudsblom. De combinatie van de unieke code en de Ecoscan-app is belangrijk, evenals het feit dat je informatie kunt ophalen van de GPS. Maar er moeten nog veel wegen bewandeld worden.’

Ideeën

Er is nog veel om over na te denken, vindt Koopmanschap. ‘Welke data is belangrijk, wat moet er verzameld worden en wat doe je ermee? Samenwerkende partijen zouden dit over 10-20 jaar realiteit kunnen maken.’ De studenten hebben wel ideeën over volgende stappen. Goudsblom: ‘Dat zou een geïntegreerd scansysteem in de glasbak kunnen zijn en de vraag is dan welke technologie je nodig hebt. We willen meer controle krijgen op het gebied van collect-control. Welke verpakkingen worden bijvoorbeeld niet ingezameld? Of: welke merken of producten komen vaak op straat terecht?’

Kroon is momenteel aan het nadenken om bij het NVC zijn master thesis te gaan schrijven. ‘Ik ben dat nog aan het uitzoeken, maar het staat wel al hoog op mijn lijst.’ Ook Koopmanschap en Goudsblom willen na dit onderzoek wel verder. Ze weten alleen nog niet in welke vorm. ‘Dit is een kleine eerste stap, als een steentje dat je van een berg gooit. Het gaat steeds harder rollen’, zegt Goudsblom.

Artikel delen