‘Wij zijn geen futurologen of trendwatchers’, legde Van Rooijen uit. ‘Wij noemen onszelf toekomstverkenners. We helpen mensen om anders naar hun toekomst te kijken.’ Volgens hem draait het niet om voorspellingen, maar om hoe je zelf tegen verandering aankijkt.
De sprekers benadrukten dat het niet zo belangrijk is welke AI-tool je gebruikt, maar waarom je die inzet. ‘De belangrijkste vraag is steeds: is er een AI voor wat jij doet?’, zei Bouman. ‘En zo ja, wat kun je daarmee?’
Van generieke naar sectorspecifieke toepassingen
Bouman en Van Rooijen maken onderscheid tussen ‘horizontals’ en ‘verticals’. Horizontals zijn algemene tools zoals ChatGPT of beeldgeneratoren. Verticals zijn toepassingen binnen specifieke domeinen, zoals de zorg. ‘AI kan nu al signalen van Parkinson detecteren voordat iemand klachten heeft’, vertelde Bouman. ‘Dat verandert de manier waarop we naar zorg kijken.’
Ook wet- en regelgeving schuift mee. ‘De EMA staat inmiddels AI als diagnose-instrument toe’, zei Van Rooijen. ‘Overheden kijken dus echt mee naar hoe we deze technologie verantwoord kunnen inzetten.’
AI als kernonderdeel van je organisatie
Volgens Fountainheads is er een fundamentele verschuiving gaande: AI is niet langer iets dat je ‘erbij’ doet. ‘We gaan van AI als gadget naar AI als fundament van je bedrijf’, stelde Van Rooijen. Hij verwees daarbij naar Harvard-professor
Karim Lakhani, die stelt dat digitalisering en AI steeds vaker de kern van bedrijfsprocessen vormen. ‘Het is net als met internet. Kun je nog zonder zoekmachine? Datzelfde gaan we meemaken met AI.’
Technologie alleen is niet genoeg volgens Fountainheads
Tegelijkertijd wezen de sprekers erop dat de beschikbaarheid van technologie maar een klein deel is van het succes. ‘70% van de slagingskans van technologische projecten hangt af van je organisatie, structuur en cultuur’, aldus Bouman. ‘Dat vergeten we vaak.’
Hij nam het publiek mee terug naar de begintijd van internet: ‘In 1997 hadden we allemaal een piepend modem. Sommige bedrijven zagen toen al: hier moeten we iets mee. Maar veel winkels dachten: we maken er een webwinkeltje bij, als add-on. Die hebben het niet gered. Denk aan Megapool.’

‘AI is als een stagiair’
Bouman vertelde open over zijn eigen ervaringen met het bouwen van een reflectietool in de vorm van hun AI Canvas. ‘Ik dacht: als ik een code kan laten schrijven door AI, dan kunnen we ons AI Canvas automatisch laten draaien. Maar ik had de controle niet. Ik werd de slaaf van de AI. En ineens kreeg ik waarschuwingen dat mijn domein een mailbom verstuurde.’
Zijn conclusie: ‘AI is als een stagiair. Het kan veel, maar je moet zelf wel weten wat je doet, anders krijg je ongelukken.’
De hype en de valkuil
Tijdens de lezing werd ook stilgestaan bij de ‘hype cycle’. Van Rooijen: ‘Sommige bedrijven stappen er heel vroeg in, zetten groot in, en komen dan van een koude kermis thuis.’
Een voorbeeld was het techbedrijf Klarna dat 700 medewerkers verving met AI, maar al snel merkte dat de klantbeleving achteruitging. ‘Ze moesten mensen weer terughalen’, aldus Bouman.
‘Je moet je afvragen: waar op die hypecurve bevind jij je?’, zei Van Rooijen. ‘En is dit echt al rijp voor jouw toepassing, of is het nog te vroeg?’
Technologie volgt op visie
Bouman en Van Rooijen sloten af met een simpele oefening: maak groepjes, bespreek je antwoorden op het AI Canvas (zie kader), en deel inzichten met elkaar. Hun insteek was helder: AI begint niet bij techniek, maar bij strategie.
‘Net als in de begintijd van internet hoef je straks geen programmeur meer te zijn om met AI te werken’, zei Bouman. ‘Maar je moet wel weten waar je het voor inzet.’
Of zoals hij het zelf samenvatte: ‘AI is geen doel op zich. Het is een hulpmiddel om beter na te denken over wat je echt belangrijk vindt in je bedrijf.’
En als Bouman dan toch de toekomst mag voorspellen, dan verwacht hij dat iedereen ooit een persoonlijke AI krijgt die wordt gevoed met al je persoonlijke normen en waarden en als een soort geweten ingrijpt als je ‘buiten je boekje’ gaat.
Dit artikel is mede tot stand gebracht met hulp van ChatGPT