De circulaire economie dringt stapsgewijs door in het complete productieproces van de voedingsindustrie. Eén van de stappen daarin is de ontwikkeling van verpakkingen van mono-materialen in plaats van samengestelde materialen. Mono-materialen zijn immers mechanisch te recyclen en laminaten van samengestelde materialen niet. Daardoor komen steeds meer mono-verpakkingsmaterialen met diverse barrière-eigenschappen op de markt. De Opackgroup heeft recent twee nieuwe productielijnen met een investeringswaarde van twintig miljoen euro in gebruik genomen. Gert-Jan van Baardwijk, algemeen-directeur van Flexpak en onderdeel van de Opackgroup, is nauw betrokken bij deze ontwikkeling.
Van Baardwijk vertelt dat de Opackgroup diverse varianten produceert van mono-PE folie met barrièrefuncties.
'Slecht te recyclen verpakkingen zullen uitgefaseerd worden en hoger worden belast via de verwijderingsbijdrage, waardoor dit soort verpakkingen de toekomst hebben'
‘Welke voor een bepaalde toepassing geschikt is, hangt helemaal af van het product, van de machines waarop de klant ze verwerkt en van de benodigde houdbaarheid van het product. Een mono-PE-folie kan bijvoorbeeld prima een PET/PE-folie vervangen voor stand-up pouches voor bijvoorbeeld diervoeding. Daarvoor moet je dan wel de beschikking hebben over de juiste machines. We hebben daarnaast inmiddels meerdere andere mono-PE met barrières. Niet alleen voor diervoeding, maar bijvoorbeeld ook voor levensmiddelen. Dit zijn toepassingen voor kaas, koek, sauzen en voor diverse convenience food toepassingen, zoals afbakbrood. Het grote nadeel van een PET/PE- en OPP/PE-laminaat dat voorheen hiervoor gebruikt werd, is dat het niet te recyclen was. Door de verdere ontwikkeling van de mono-PE-laminaten zullen de mechanische eigenschappen steeds verder verbeteren. Bovendien zal door de schaalvergroting en de toegenomen vraag het prijsverschil (het is een duurder productieproces) in de toekomst kleiner worden. Slecht te recyclen verpakkingen zullen uitgefaseerd worden en hoger belast worden via de verwijderingsbijdrage, waardoor dit soort verpakkingen de toekomst hebben.’
Ketensamenwerking
‘Het ontwikkelen van nieuwe materialen gaat altijd in een driehoek met onze grondstofleveranciers en klanten’, licht Van Baardwijk verder toe. ‘Van hen krijgen we heel veel input, omdat we daar heel veel testen doen en ervaringen met nieuwe materialen opdoen en de kinderziektes eruit kunnen halen. In het geval van diervoeding hadden we in de conceptfase mono-PE stand-up pouches die het niet goed deden bij valtesten. Door een verbeterde receptuur van de kunststof hebben we in samenspraak met de klant toch uiteindelijk een mono-PE kunnen ontwikkelen dat wel bestand was tegen die valtesten. Het grote voordeel van de Opackgroup is dat we zelf alles in huis hebben, van zelf blazen tot bedrukken en lamineren. In ieder geval wordt EVOH als zuurstofbarrière gebruikt. In het verleden was dat nylon, maar daarmee is het laminaat niet recyclebaar.’
Of je alle barrière-eigenschappen in een mono-materiaal kunt vervangen, hangt daarbij volgens Van Baardwijk ook af van de gewenste houdbaarheid. ‘Voor producten die een korte doorloop hebben, hoeft dat niet. Wel voor producten die eerst nog worden opgeslagen en pas na een half jaar verkocht worden. Er is nog onvoldoende onderzoek gedaan naar de houdbaarheid van producten in mono-materialen en wat de inhoud van het product doet. In het Opackgroup Technology Centre (OTC) kunnen we barrières van verschillende materialen onderzoeken. Zo weten we nog niet wat de inhoud van het product voor effect heeft op een andere folie wanneer het een lange houdbaarheid heeft. Samen met geïnteresseerde marktpartijen kunnen deze onderzoeken worden uitgevoerd voor specifieke data op basis van houdbaarheid. Heb je als productmerk een dergelijke vraag, kijk eens op onze website of ga met een van onze productspecialisten in gesprek.’
Gert-Jan van Baardwijk, algemeen-directeur van Flexpak en onderdeel van de Opackgroup, in gesprek met klanten op de nieuwe productielocatie in Giessen.